Wanneer je naar d3 sportschool gaat is het belangrijk om alle spieren in je lichaam te trainen. Je wil geen disbalans in je fysieke uiterlijk maar ook geen krachtverschil tussen de spiergroepen. Neem je beenspieren als voorbeeld. Veel mensen trainen deze niet omdat ze liever grotere armen, een grotere rug of een grotere borstkast hebben. Voordat je allespieren kunt trainen moet je eerst weten welke spiergroepen er allemaal zijn. In deze blog hebben we ze voor je op een rijtje gezet.

Er zijn veel spiergroepen in het menselijk lichaam, elk met hun eigen specifieke functie. Net als bij Il fiore Maastricht kun je alle spiergroepen in de sportschool trainen. Hieronder volgt een overzicht van enkele belangrijke spiergroepen en hun functie.

  1. Buik- en rugspieren: deze spieren zijn verantwoordelijk voor het ondersteunen van de romp, het bewegen van de romp en het behouden van houdingen. De buikspieren, ook wel rectus abdominis genoemd, zijn de spieren die de romp van boven naar beneden omhullen en helpen bij het opheffen van het bovenlichaam vanuit een liggende positie. De rugspieren, ook wel paraspinals genoemd, zijn een groep spieren die langs de wervelkolom loopt en helpt bij het ondersteunen van de romp en het behouden van houdingen.
  2. Borstspieren: de borstspieren, ook wel pectorale spieren genoemd, zijn verantwoordelijk voor het bewegen van de armen en het behouden van houdingen. Deze spieren bestaan uit twee delen: de borstspier en de schouderbladspier. De borstspier, ook wel de pectoralis major genoemd, is de grootste spier in de borst en is verantwoordelijk voor het adducteren (samenbrengen) van de armen en het roteren van de armen. De schouderbladspier, ook wel de pectoralis minor genoemd, is een kleinere spier die onder de borstspier ligt en helpt bij het adducteren en roteren van de armen.
  3. Schouderspieren: de schouderspieren, ook wel deltoïde spieren genoemd, zijn verantwoordelijk voor het bewegen van de armen en het behouden van houdingen. Deze spier bestaat uit drie delen: de voorste, middelste en achterste deltoïdus. De voorste deltoïdus is verantwoordelijk voor het heffen van de armen naar voren, de middelste deltoïdus voor het heffen van de armen naar de zijkant en de achterste deltoïdus voor het heffen van de armen naar achteren.
  4. Bovenarm- en onderarmspieren: deze spieren zijn verantwoordelijk voor het bewegen van de armen en de handen, en voor het behouden van houdingen. De bovenarmspieren zijn de biceps brachii en de triceps brachii. De biceps brachii is verantwoordelijk voor het buigen van de armen en het roteren van de onderarmen
  5. Beenspieren: deze spieren zijn verantwoordelijk voor het optillen en strekken van het been. De beenspieren bestaan uit de quadriceps, hamstrings, glutes en kuiten. De quadricep en hamstring zijn verantwoordelijk voor de flexie en extensie van het been. De glutes (ook wel de bilspieren) zijn verantwoordelijk voor de exo- en endorotatie van de benen. Tot slot zijn de kuiten verantwoordelijk voor de flexie en extensie van de enkels.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *